De aandelenmarkten hebben gigantische langetermijn-bodempatronen voltooid. De 600-puntengrens heeft technisch bezien geen betekenis.
Trouwe lezers van deze dagelijkse blog zijn hiermee bekend als hoofd & schouder-continueringsformaties, die over de afgelopen twee jaar gevormd zijn.
Dit zijn koersformaties die aan de vooravond staan van een lange periode van stijgende koersen. Technisch bezien hebben we er heel lang op gewacht, maar eindelijk is het sein op groen gesprongen.
Dat signaal trad op recent op, nadat de weerstandsbarrières - de neklijn van de hoofd & schouderformaties - gebroken werden.
Overigens doet men heel moeilijk over het naderen van de 600-puntengrens, maar deze horde is technisch volstrekt niet van belang. Bovendien zat die 600 puntengrens er al heel lang aan te komen.
Op 18 maart gaf ik al aan dat de Nederlandse beurs dit ijkpunt in het vizier had.
Vandaag gebruik ik de hoofd & schouder-continueringsformaties van de AEX en van de AEX Total Return index vooral om koersdoelen te berekenen. Voor de AEX liggen die op 645 (3-maands koersdoel) en 701 (12-maands koersdoel).
Helemaal onderaan mijn column vindt u de uitleg van hoofd & schouder-continueringsformatie en de methode om koersdoelen uit te rekenen.
De afstand tussen deze bodem en de neklijn van 586,32 (de top van 26 juli) bedraagt circa 58 punten. Wanneer we dit getal optellen boven het uitbraakpunt van 586,32 kunnen we een eerste koersdoel van 644 punten berekenen.
Wanneer we de afstand tussen het hoofd (472,19) en de neklijn (586,32) optellen boven het uitbraakpunt, kunnen we 700,14 als tweede koersdoel berekenen.
Dat punt ligt nagenoeg gelijk aan het all time high van 701 punten uit 2001. Dit koersdoel kunnen we berekenen door het getal 114,13 (het verschil tussen 472,19 en 586,32) op te tellen boven het uitbraakpunt van 586,32.

Met de uitbraak boven 586,32 punten wordt bovendien de lange termijn uptrend uit 2009 voortgezet.

De 200-dagenlijn van de AEX (de glooiende rode doorlopende lijn) krult opwaarts, terwijl de index erboven beweegt. Dit duidt op een positieve draai in de technische conditie. De enige voorwaarde waaraan de uitbraak nog moet voldoen is de 3%-regel.
Dus op korte termijn heeft de AEX nog zo'n 8% potentieel, op wat langere termijn nog ruim 17%.
De afstand tussen deze zogenaamde rechterschouder en de neklijn van 2.015 punten bedraagt circa 191 punten. Daarmee kunnen we een eerste koersdoel van 2.206 berekenen, wat neerkomt op bijna 10% potentieel.
De afstand tussen het hoofd rond 1576 en de neklijn bedraagt circa 439 punten. Daarmee kunnen we een tweede koersdoel van 2.454 berekenen, wat neerkomt op bijna 22% potentieel.
Bij de doorbraak boven 2.015 punten is dus een hoofd & schouder-continueringsformatie voltooid en is de herbeleggingsindex aan een nieuwe positieve fase in de bullmarkt begonnen.
Wanneer we de afstand tussen het hoofd (1.576) en de neklijn (2.004,56) optellen boven het uitbraakpunt, kunnen we 2.433 als koersdoel berekenen.
Ook bij de AEX Total Return index zien we een positieve (opwaarts gerichte) 200-dagenlijn.
Hieronder een korte handleiding om het patroon correct te kunnen interpreteren en koersdoelen uit te rekenen.

Een hoofd & schouder-continueringsformatie komt altijd voor als tijdelijke onderbreking van een sterke opwaartse trend.
Doordat het patroon meestal over een lange tijd gevormd wordt, realiseren beleggers zich vaak niet dat er sprake is van een potentieel positieve ontwikkeling.
Dat is ook zeker de afgelopen twee jaar het geval geweest. De markt zwalkte heen en weer, gevoed door hoop en vrees. Brexit, handelsconflict, de economie, Fed en ECB hebben het marktbeeld bepaald.
Zoals gezegd komen deze bodempatronen altijd voor aan het begin van een nieuwe structurele langetermijnstijging. Maar pas na de uitbraak (van de neklijn) treedt een koopsignaal op en wordt de voorgaande trend voortgezet.
Onderstaand voorbeeld betreft de voortzetting van de opwaartse trend.
Op de gestileerde voorbeeldgrafiek wordt het hoofd door bodem X gevormd, de linkerschouder door bodem Y, de rechter door bodem Z.
Het patroon wordt voltooid met de doorbraak boven de zogenaamde neklijn, die de tussenliggende toppen verbindt. Op de gestileerde voorbeeldgrafiek ligt deze neklijn op punt B.
Dit patroon is vrij betrouwbaar in het berekenen van koersdoelen, zowel op korte als op langere termijn. Wanneer u de afstand tussen het hoofd (X) en de neklijn (B) optelt boven het uitbraakpunt, kunt u het lange termijn koersdoel berekenen.
Trouwe lezers van deze dagelijkse blog zijn hiermee bekend als hoofd & schouder-continueringsformaties, die over de afgelopen twee jaar gevormd zijn.
Dit zijn koersformaties die aan de vooravond staan van een lange periode van stijgende koersen. Technisch bezien hebben we er heel lang op gewacht, maar eindelijk is het sein op groen gesprongen.
Dat signaal trad op recent op, nadat de weerstandsbarrières - de neklijn van de hoofd & schouderformaties - gebroken werden.
Koopsignalen
Op de AEX trad het koopsignaal op bij de doorbraak boven 586,32 punten, op de AEX Total Return index bij de doorbraak boven de horde van 2.015 punten.Overigens doet men heel moeilijk over het naderen van de 600-puntengrens, maar deze horde is technisch volstrekt niet van belang. Bovendien zat die 600 puntengrens er al heel lang aan te komen.
Op 18 maart gaf ik al aan dat de Nederlandse beurs dit ijkpunt in het vizier had.
Vandaag gebruik ik de hoofd & schouder-continueringsformaties van de AEX en van de AEX Total Return index vooral om koersdoelen te berekenen. Voor de AEX liggen die op 645 (3-maands koersdoel) en 701 (12-maands koersdoel).
Helemaal onderaan mijn column vindt u de uitleg van hoofd & schouder-continueringsformatie en de methode om koersdoelen uit te rekenen.
Koersdoelen AEX
De AEX-index heeft in de afgelopen maanden rond 528,68 punten een hogere bodem gevormd en daarna de horde van 586,32 punten gebroken.De afstand tussen deze bodem en de neklijn van 586,32 (de top van 26 juli) bedraagt circa 58 punten. Wanneer we dit getal optellen boven het uitbraakpunt van 586,32 kunnen we een eerste koersdoel van 644 punten berekenen.
Wanneer we de afstand tussen het hoofd (472,19) en de neklijn (586,32) optellen boven het uitbraakpunt, kunnen we 700,14 als tweede koersdoel berekenen.
Dat punt ligt nagenoeg gelijk aan het all time high van 701 punten uit 2001. Dit koersdoel kunnen we berekenen door het getal 114,13 (het verschil tussen 472,19 en 586,32) op te tellen boven het uitbraakpunt van 586,32.

Met de uitbraak boven 586,32 punten wordt bovendien de lange termijn uptrend uit 2009 voortgezet.

De 200-dagenlijn van de AEX (de glooiende rode doorlopende lijn) krult opwaarts, terwijl de index erboven beweegt. Dit duidt op een positieve draai in de technische conditie. De enige voorwaarde waaraan de uitbraak nog moet voldoen is de 3%-regel.
Dus op korte termijn heeft de AEX nog zo'n 8% potentieel, op wat langere termijn nog ruim 17%.
Hogere bodems herbeleggingsindex
Als we kijken naar de AEX Total Return-index, dan heeft deze herbeleggingsindex de steun van 1.824,97 punten (de bodem van 3 juni) twee keer bewezen.De afstand tussen deze zogenaamde rechterschouder en de neklijn van 2.015 punten bedraagt circa 191 punten. Daarmee kunnen we een eerste koersdoel van 2.206 berekenen, wat neerkomt op bijna 10% potentieel.
De afstand tussen het hoofd rond 1576 en de neklijn bedraagt circa 439 punten. Daarmee kunnen we een tweede koersdoel van 2.454 berekenen, wat neerkomt op bijna 22% potentieel.
Bij de doorbraak boven 2.015 punten is dus een hoofd & schouder-continueringsformatie voltooid en is de herbeleggingsindex aan een nieuwe positieve fase in de bullmarkt begonnen.
Wanneer we de afstand tussen het hoofd (1.576) en de neklijn (2.004,56) optellen boven het uitbraakpunt, kunnen we 2.433 als koersdoel berekenen.
Ook bij de AEX Total Return index zien we een positieve (opwaarts gerichte) 200-dagenlijn.

Koersdoelen uitrekenen
Hieronder een korte handleiding om het patroon correct te kunnen interpreteren en koersdoelen uit te rekenen.
Een hoofd & schouder-continueringsformatie komt altijd voor als tijdelijke onderbreking van een sterke opwaartse trend.
Doordat het patroon meestal over een lange tijd gevormd wordt, realiseren beleggers zich vaak niet dat er sprake is van een potentieel positieve ontwikkeling.
Koerspatroon van bijna twee jaar
In het geval van de AEX en van de AEX Total Return index is Hoofd&schouder over een periode van bijna twee jaar gevormd. De uptrend die eraan vooraf is gegaan, heeft in totaal meer dan tien jaar in beslag genomen.Dat is ook zeker de afgelopen twee jaar het geval geweest. De markt zwalkte heen en weer, gevoed door hoop en vrees. Brexit, handelsconflict, de economie, Fed en ECB hebben het marktbeeld bepaald.
Zoals gezegd komen deze bodempatronen altijd voor aan het begin van een nieuwe structurele langetermijnstijging. Maar pas na de uitbraak (van de neklijn) treedt een koopsignaal op en wordt de voorgaande trend voortgezet.
Onderstaand voorbeeld betreft de voortzetting van de opwaartse trend.
Drie correcties
De hoofd & schouder-continueringsformatie bestaat altijd uit (minimaal) drie correcties, waaruit bodems worden gevormd. De middelste bodem, het hoofd, is altijd de diepste. De twee correcties aan beide zijden vormen de schouders.Op de gestileerde voorbeeldgrafiek wordt het hoofd door bodem X gevormd, de linkerschouder door bodem Y, de rechter door bodem Z.
Het patroon wordt voltooid met de doorbraak boven de zogenaamde neklijn, die de tussenliggende toppen verbindt. Op de gestileerde voorbeeldgrafiek ligt deze neklijn op punt B.
Dit patroon is vrij betrouwbaar in het berekenen van koersdoelen, zowel op korte als op langere termijn. Wanneer u de afstand tussen het hoofd (X) en de neklijn (B) optelt boven het uitbraakpunt, kunt u het lange termijn koersdoel berekenen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten